Hier is Ida - Al 34 jaar vrijwilliger bij Het Open Venster
“Iedereen is welkom”, zeggen groepswerker Wim Kokkelkoren en vrijwilliger Ida van Inloophuis Het Open Venster. “Het maakt niet uit wat je gelooft, hoe je eruitziet of waar je vandaan komt. Voor een praatje, koffie, om een spelletje te doen of om juist stilte te vinden.”
Ida (76) uit Alphen aan den Rijn is al vanaf het begin betrokken bij Stichting Aandachtscentrum Het Open Venster die de Raad van Kerken in 1989 oprichtte. Zij is gastvrouw, geeft de mensen aandacht en helpt bij het koken en het uitserveren. “Mensen hebben andere mensen nodig”, zegt Ida. ”Het Open Venster verwijst naar het gezegde dat als de deur voor je gesloten wordt, God altijd weer een venster voor je opent. Maar je hoeft niet gelovig te zijn als je wilt langskomen, hoor.”
Het inloophuis begon in de Maranathakerk, zat aan de Paradijslaan en, omdat het aantal bezoekers toenam en het mede daardoor onveilig werd, sinds zeventien jaar aan de Prins Bernhardlaan.
Veranderend publiek
Met het veranderen van de locaties zag Ida het publiek veranderen. “Bij de start kwamen er vooral mensen die eenzaam waren of gescheiden. Toen we aan de Paradijslaan zaten, kregen we te maken met mensen met psychische problemen, daklozen en verslaafden. Op vrijdagavond kookten we hier soep. Voordat de deur openging, zaten ze al op het bankje voor de kerk te wachten. Sommigen kwamen altijd. En dat is nog steeds zo. We hebben veel vaste bezoekers.”
Inmiddels zit Het Open Venster in een ruim gebouw in het centrum van Alphen met een douche en een fijne keuken. Van het draaiende houden met een groepje vrijwilligers werd het professioneel met een coördinator en maatschappelijk werk. Inmiddels is Het Open Venster een samenwerking van De Binnenvest, GGZ, Brijder, politie, reclassering, de GGD en de gemeente. Ook de vrijwilligers gingen mee in de professionalisering. Met trainingen zoals over omgaan met agressie, mensen met autisme, drugsvoorlichting en een AED training.
Elke dag open
Subsidie van de gemeente, donaties in geld en natura van particulieren en bedrijven, de kerstpakketten van de Sionskerk en collectes van meerdere kerken financieren het initiatief. “We zijn elke dag vanaf 14.00 uur geopend. Van maandag tot en met zaterdag koken we ook voor de bezoekers. Als ze een klusje doen, zoals helpen met koken, de tafel dekken of de vaatwasser inruimen, betalen ze 1 euro om mee te eten. Anders is dit 2 euro. Zeker als ze mogen bepalen wat ze eten, vinden ze het leuk.”
Eigenlijk is het altijd gezellig in het inloophuis geven Ida en Wim aan. “De mensen zijn zo lief voor elkaar. Als iemand een tijdje niet geweest is, vragen ze of ze deze even mogen bellen. Je krijgt echt een band met ze. In elke bezoeker zit iets goeds. Ze kunnen heel boos zijn en flink schelden. Maar daar zit altijd iets achter.”
Helikoptertje
Een bijzondere herinnering bewaart Ida aan een man en een vrouw, beiden verslaafd, die een tijdje met hun zoontje van 3 het inloophuis bezochten. “We hadden een schoenendoos met speelgoed staan. Het jochie pakte er altijd een helikoptertje uit. Toen ik op een dag naar Het Open Venster fietste, zag ik dat de ramen van hun flat dichtgetimmerd waren. De vader kwam nog één keer terug. Hij was gescheiden en vroeg of het helikoptertje er nog was. Hij wilde het graag als aandenken aan zijn zoon. Toen hij enige tijd later overleed, bezocht ik zijn begrafenis. Zijn zoon was inmiddels 14 en woonde bij opa. Ik liet weten dat zijn vader het helikoptertje van zijn zoon bewaard had, omdat hij zo veel van hem hield. En ik zei dat zijn kleinzoon mij mocht bellen. Dat heeft hij gedaan.”
Ida helpt nog altijd met veel plezier. Net als de andere vrijwilligers is zij tweewekelijks in het inloophuis. Naast de vaste inloop organiseren zij meerdere malen per jaar extra activiteiten als een bingo, een darttoernooi, poolen en een filmmiddag.
“Helpen hoort bij me”
Over haar toekomst bij Het Open Venster zegt Ida: “Ik geef veel om mensen die het niet getroffen hebben zoals ik. Het helpen van een ander hoort gewoon bij me. Ik kan het echt niet missen en sla geen beurt over. Als ik dan een groepje vrijwilligers en bezoekers samen bezig zie in de keuken, sta ik echt te genieten.”